De gemeente Hoeilaart ontvangt het op één na het laagste bedrag per inwoner uit het Vlaams Gemeentefonds. Daarom heeft de gemeenteraad unaniem een motie goedgekeurd om de verdeling te herbekijken en vooral een eerlijke verdeling na te streven. De motie kwam er op initiatief van het bestuur van Lennik en werd reeds onderschreven door andere lokale besturen. Om onderstaande redenen is het logisch dat de toekomstige Vlaamse Regering de kleine gemeenten meer middelen zal geven. Om dit te realiseren doet Tim Vandenput, burgemeester van Hoeilaart, samen met Irina De Knop en Gwenny De Vroe, Volksvertegenwoordigers in het Vlaams Parlement, een voorstel om tot een eerlijke en objectieve verdeling te komen.
Wat is het Vlaams Gemeentefonds?
Het Vlaams Gemeentefonds is één van de belangrijkste inkomstenbronnen voor de lokale besturen. Ongeveer één vijfde van de inkomsten van de lokale besturen vloeit voort uit deze Vlaamse subsidie. Het fonds wordt onder de gemeenten verdeeld op basis van verscheidene maatstaven. Deze maatstaven zijn echter zeer nadelig voor kleine gemeenten en heel voordelig voor grootsteden en centrumsteden.
De cijfers
Voor 2012 bedroeg het totale bedrag van het Gemeentefonds ongeveer 2,1 miljard €.
40,8% hiervan gaat rechtstreeks naar de 13 centrumsteden en 21 regionale steden. De overige 59,2% wordt verdeeld onder alle 308 Vlaamse steden en gemeenten aan de hand van verdelingsregels. De centrum- en regionale steden krijgen ook hiervan een deel. Zo gaat er in totaal 56,11% van het totale gemeentefonds naar 34 steden waar in totaal ongeveer 36% van de bevolking woont. 44% van het Gemeentefonds gaat dus naar de kleinere gemeenten waar 64% van de Vlaamse bevolking woont.
“In Hoeilaart woont 0,16% van de Vlaamse bevolking en de gemeente ontvangt maar 0,06% van het Gemeentefonds.Ongeveer dezelfde cijfers zien we in Lennik waar 0,14% van de Vlaamse bevolking woont en maar 0,07% van het Gemeentefonds terugvloeit alsook in Kampenhout waar 0,18% Vlaamse bevolking woont en er eveneens maar 0,07% van het Gemeentefonds naar de gemeente gaat.”
Bevolkingsaantal
Op dit moment is het bevolkingsaantal geen parameter om te verdelen, tenzij voor de beperkte groep van 34 steden die genieten van een bijzondere financiering van 40,8%. De vraag stelt zich dan ook waarom het bevolkingsaantal voor een bepaalde groep van steden wel een relevante parameter vormt en voor het merendeel van de gemeenten niet, hetgeen duidelijk een discriminatoir onderscheid van behandeling inhoudt. Nochtans bestaat er een hoge graad van correlatie tussen het bevolkingsaantal en heel wat uitgaven van gemeenten en OCMW’s.
Centrumfunctie
Het is begrijpelijk dat de Vlaamse overheid aan de grote steden voldoende financiële middelen wil garanderen teneinde hun bestuurskracht niet al te zeer in het gedrang te brengen.
Zij moeten bijvoorbeeld meer investeren in infrastructuur, sport, cultuur,...en hebben waarschijnlijk ook meer hulpbehoevenden op hun grondgebied.
De financiering van onze steden zou echter best gebeuren via een systeem van specifieke financiering buiten het Gemeentefonds, met een verplicht na te komen resultaatsverbintenis.
Dit systeem bestaat trouwens al: het Vlaams Stedenfonds! Waarom moeten die steden dan tweemaal langs de kassa passeren?
Gemeenten betalen voor Vlaamse bevoegdheden
Wetende dat de Vlaamse Overheid tijdens de laatste jaren vele uitvoeringstaken van hun decreten heeft doorgeschoven naar de gemeenten zonder daar veel financiering voor te voorzien, lijkt het logisch dat deze Vlaamse Overheid de gemeenten meer middelen gaat geven.
Voorbeelden hiervan zijn een Sociaal Huis, de invoering van de Rechtspositieregeling voor gemeentepersoneel, milieu- en woonhandhaving, uitvoeren van het sociaal woonobjectief.
Naar een systeem van eerlijke en objectieve geldtransfers
Hierbij is het duidelijk dat er binnen Vlaanderen zichtbare geldtransfers van honderden miljoenen euro’s zijn van de kleinere gemeenten naar de grootsteden, met Antwerpen en Gent op kop. Inwoners van kleine gemeenten zoals Hoeilaart, Lennik en Kampenhout moeten niet het slachtoffer van zijn van de oneerlijke verdeling op Vlaams niveau.
Daarom pleiten we voor een eerlijke en objectieve verdeling van de Vlaamse middelen waarbij:
Het bevolkingsaantal voor iedere stad en gemeente volledig in rekening wordt gebracht;
De terechte bijkomende financiering van de grote steden via het Vlaams Stedenfonds wordt geregeld, met een resultaatsverbintenis tussen elke stad en Vlaanderen en zonder de kredieten van het Gemeentefonds te verminderen;
Bijkomende verdelingscriteria worden gehanteerd die objectief, gelijk en relevant zijn voor elke stad en gemeente;
Voor gemeenten met veel EU-burgers – die zich meestal rond Brussel bevinden - er een bijkomende financiering is omdat deze EU-burgers geen personenbelasting betalen.
Deze maatregelen zullen ten goede komen aan de vele kleine gemeenten waarin vandaag nog altijd een meerderheid van de Vlaamse bevolking woont.